“Ik weet het niet meer”
“Ik weet het niet meer,” zegt ze. En iets in mij maakt een sprongetje.
In alles wat ze tot nu had verteld is het dit moment dat eruit springt. En ik weet, dit is zo’n moment waarop de mogelijkheid van toegang tot het onderbewuste mogelijk wordt.
Tot dat moment hield ze alles netjes bij elkaar. Met verklaringen, zelfinzichten, met kloppende verhalen. Alles wat ze al van zichzelf wist. Maar nu weet ze het niet meer. Haar bewuste denken is zijn greep aan het verliezen. De illusie van controle is even weg.
Een cruciaal moment met veel lading: machteloosheid, verwarring, schaamte en op de achtergrond voel ik verdriet.
Hier zijn geen fixes meer voorhanden. Geen snelle duidingen meer mogelijk. Alleen nog ruimte voor exploratie. Flarden komen naar boven. Losse gedachten. Beelden. Herinneringen. Geuren. Lichamelijke sensaties. Emoties. Iets van vroeger.
We springen in het diepe. Het diepe waar we nu kunnen kijken naar wat eerder buiten bereik bleef. Een essentieel onderdeel van ‘het werk’. Want zoals Jung het zo treffend verwoordde:
“Until you make the unconscious conscious, it will direct your life and you will call it fate.”
Nu is “Ik weet het niet meer” geen einde meer, maar een begin.
